Door meer inbreng van spaargeld daalt de verhouding tussen het geleende bedrag en de waarde van de woning, de quotiteit, wat de lening goedkoper maakt.
Indien u een woning van 200.000 euro koopt en u moet om deze aankoop te financieren 150.000 euro lenen. Dan is uw quotiteit 75%. Een normale quotiteit ligt tussen de 75% en de 100%. Bij een hogere quotiteit zal de rentevoet meestal ook hoger liggen. Hoe lager de quotiteit, hoe lager het risico voor de bank. De bank geeft daarom ook de beste rentevoeten aan dergelijke risico’s. Het omgekeerde is ook waar: hoe hoger de quotiteit, hoe groter het risico voor de bank.
Als u in de problemen komt en daardoor uw krediet niet meer kunt afbetalen, moet de bank uw woning verkopen om het uitstaande saldo te recupereren. Bij een lening met een quotiteit van 80% hoeft de bank zich geen zorgen te maken. Deze kan het geleende bedrag gemakkelijk terugkrijgen met de verkoop van de woning.
De vaste rentevoet voor een hypothecair krediet op 25 jaar met een quotiteit van 80% of minder bedraagt gemiddeld 3,66%. Wie 300.000 euro leent, betaalt maandelijks 1518 euro af. Als de quotiteit van die lening 90% zou zijn, stijgt de gemiddelde rentevoet naar 3,78%. De lener betaalt dan maandelijks 1537 euro. Op 25 jaar draagt hij 5654 euro extra intresten af.
Het is dus belangrijk om te streven naar een lage quotiteit door eigen middelen te investeren in een huis of een tweede woning. Voor meer advies neem contact op met ons.
Belgen gebruiken hun spaargeld om een woning te kopen
Spaarboekjes brengen steeds minder op, daarom gebruiken Belgen eigen middelen voor het kopen van een woning.